oorlog in Oekraïne, één jaar later

Op 24 februari was het exact een jaar geleden dat het Russische leger Oekraïne binnenviel. De start van een oorlog die het leven van miljoenen mensen overhoop gooide en hen deed vluchten. Enkele tientallen mensen kwamen, na een helse tocht, in Zoersel terecht. Hoe het toen was en hoe het ondertussen met hen gaat, vroegen we aan Olha, Alina, Vita en Lidiia.

De invasie kwam bij de meeste Oekraïners als een donderslag bij heldere hemel, en dat mag u letterlijk nemen. Alina Kalashnikova (20), haar tante Vita (44) en haar oma Lidiia (64) blikken terug: “Toen de eerste bommen vielen, dachten we inderdaad dat het gewoon onweerde.” De drie vrouwen woonden een dik jaar geleden nog in Charkov, gelegen in het noordoosten van Oekraïne op zo’n vijftig kilometer van de Russische grens. Het was één van de steden die als eerste aangevallen werd. Ook Dnipro, de stad waar Olha Borysenko (40) met haar drie kinderen Andrii (12), Yuliia (10) en Mariia (6) woonde, werd die dag gebombardeerd.

helse vluchtroutes

“Vluchten was vreselijk”, herinneren alle vrouwen zich nog levendig. “We kregen informatie dat burgers die met de wagen op de vlucht waren, evengoed gedood werden door Russische soldaten”, huivert Olha. “We probeerden dus eerst een trein te nemen. Maar in het station stond het perron over- en overvol. Toen hebben we het risico genomen en zijn we met de auto gegaan. Een helse rit, maar we zijn toch tot bij mijn schoonmoeder in Polen geraakt.”

veilig maar niet thuis

Vanuit Polen kwamen de twee gezinnen uiteindelijk in Zoersel terecht, waar ze op adem konden komen.

Alina, Vita en Lidiia vonden via de gemeente onderdak in het Lindehof. Makkelijk was de aanpassing echter niet. Ook na een jaar blijft Alina het hier moeilijk hebben. “We zijn hier heel goed ontvangen, maar ik kan me niet ontspannen omdat de oorlog nog volop bezig is en mijn ouders er middenin zitten. Hoewel het hier veilig is en iedereen ons zo goed mogelijk helpt, voel ik me niet echt thuis. Het was dan ook nooit het plan om te vertrekken uit Oekraïne. De oorlog heeft ons leven afgenomen. Ik wil graag zo snel mogelijk terug, van zodra het opnieuw kan.”

Voor Olha is de toekomst niet helemaal duidelijk. “Dat is één van de moeilijkste vragen die ze me stellen. Ik weet nog niet wat we gaan doen. Ik heb wel meteen mijn best gedaan om zo snel mogelijk op mijn eigen benen te staan. Bijvoorbeeld: mijn Nederlands is ondertussen goed genoeg dat ik zelf afspraken kan maken bij de dokter of tandarts, en ik heb een eigen huurwoning gevonden voor mij en de kinderen. Ik wil graag de taal nog beter leren en mijn diploma halen. Ik geloof dat dat mijn kansen op een goede job enorm vergroot.”

Ook Vita en Lidiia twijfelen. “Van mijn huis in Oekraïne blijft er niet veel meer over”, slikt Vita. “Ik ben bang voor hoe we onze stad zullen terugvinden. Zal het leven nog wel hetzelfde zijn? Zal mijn moeder nog een mooie oude dag hebben? Zal ik nog wel opnieuw een job kunnen vinden? Dat zijn vragen die me enorm bezighouden.”

Een ding is duidelijk; dit had nooit of nooit mogen gebeuren. Lees het volledige verhaal in het Zoersel magazine van april, dat u binnenkort in uw bus vindt, of online.

Zoerselse cijfers

  • 80 Oekraïense vluchtelingen (waarvan 27 minderjarigen en 53 volwassenen) verblijven momenteel nog in Zoersel.
  • 22 Oekraïense kinderen lopen hier momenteel school.
  • 6 Zoerselse gastgezinnen vangen 10 personen op (waarvan 3 minderjarigen).
  • Er zijn 4 opvanglocaties die door of via gemeente & ocmw zijn georganiseerd. Het gaat over het  voormalige politiecommissariaat aan de Kerkhoflei en de pastorij in Zoersel. Daarnaast wonen er enkele vluchtelingen in flatjes in het Lindehof in Zoersel en in Ter Dorpe in Sint-Antonius. Zo worden in totaal 43 mensen (waarvan 14 minderjarigen) opgevangen.
  • 6 Oekraïense gezinnen (27 personen waarvan 10 minderjarigen) huren ondertussen zelf een woning.
  • 37 personen volgen Nederlandse les bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO).
  • 8 personen vonden ondertussen een job. Voor de personen die voldoende Nederlands spreken wordt door het ocmw actief ingezet op een traject naar werk.
  • In het voorbije jaar zijn er 7 personen vanuit Zoersel teruggekeerd naar Oekraïne.