Petra en Geert vieren kerst met hun kinderen en pleegkinderen | interview

Ali Saedi (20) en Tawhidullah Walizada (18) - twee aimabele gasten, respectievelijk afkomstig uit Irak en Afghanistan - wonen sinds eind 2019 in ons land. Na twee jaar kwamen ze bij het gezin van Zoerselaars Petra Lemmens en Geert Jacops terecht. 

Geert: Onze wens was altijd om drie kinderen te hebben, maar omwille van gezondheidsredenen is het bij twee gebleven: onze Robbe (25) en ons Mirte (22). Doorheen de jaren woonden er wel heel wat AFS-studenten, wereldwerkers, jongeren van de World Out Games ... bij ons in. In 2021 kwamen we in contact met het tehuis Don Bosco uit Vremde. Zij bieden voornamelijk onderdak aan vluchtelingen of geplaatste jongeren en zijn altijd op zoek naar gezinnen die die jongeren eens mee op vakantie willen nemen of tijdens het weekend willen opvangen. Via die weg leerden we Taw kennen. 
Petra: Taw wilde eigenlijk op zijn 16de tehuis Don Bosco verlaten en alleen gaan wonen. Ongeveer tegelijkertijd kwam de vraag om Ali, die bijna 18 werd en al twee jaar in het federaal asielcentrum verbleef, op te vangen. We hebben hen allebei gevraagd om bij ons te komen wonen. Als ze op hun eigen benen zouden staan, dan krijgen ze een bestaansminimum waarvan ze een appartement moeten huren, schoolkosten, eten, gsm- en internetkosten betalen … De kans dat ze dan nog zouden verder gestudeerd hebben bijvoorbeeld, is erg klein. Dat is ook één van de hoofdredenen waarom we pleeggezin zijn. We willen die jongens een goeie toekomst geven.
Geert: Wij willen hen hier laten thuiskomen en nog een onbezonnen jeugd geven. We hopen dat wij hun zorgen deels kunnen overnemen en dat ze hun verleden en mentale bagage een plaats kunnen geven. Binnen x-aantal jaren kunnen we dan zeggen: Allez hop, ju, ga en geniet van het leven! Maar ook als ze twaalf kinderen hebben, staat onze deur nog altijd even ver voor hen open! We proberen andere vluchtelingen, die hier op hun eentje aankomen, ook te helpen settelen. We halen voor hen bijvoorbeeld meubels, elektronica, beddengoed … op die mensen gratis wegdoen. Ze zijn zó dankbaar als je hen helpt. Ik denk zelfs dat ze een foto van ons nemen en rondsturen, want als ik nu in Antwerpen kom, kent iedereen me precies (lacht): ‘Hé, dat is de papa van Ali en Taw!’

Ik dacht dat pleegzorg per definitie tijdelijk was?

Geert: In ons geval blijven de jongens permanent bij ons, of toch tot ze het nest verlaten. Wij hebben voor hen gekozen en zij voor ons. Het zijn, net als Robbe en Mirte, onze kinderen en ze zijn deel van ons gezin.

 


© Visualize - www.u-visualize.com
 

Ali en Taw, mag ik vragen waarom jullie je thuisland zijn ontvlucht?

Ali: Mijn moeder is gestorven toen ik 1,5 jaar was. Ik ben pas veel later te weten gekomen dat de vrouw van mijn vader niet mijn echte moeder was. Toen vielen er heel wat puzzelstukjes in elkaar en begreep ik beter waarom mijn thuissituatie al die jaren zo moeilijk was. Ik voelde me in mijn gezin, maar ook in Irak zelf, niet meer veilig. Ik zag er geen toekomst meer en wilde ergens anders een nieuw leven starten.
Taw: In Afghanistan zorgden de taliban voor een onveilige situatie. Ik ben op mijn eentje vertrokken, te voet. Ik heb half de wereld gezien, gras gegeten, uit plassen gedronken en me kapot gewerkt om een smokkelaar te kunnen betalen.
Petra: Taw zijn klas ging vorig jaar op survival in de Ardennen, maar hij wilde niet mee. Hij had al genoeg avontuur gehad in zijn leven, zei hij. We hebben hem niet geforceerd.
Taw: Ik kan dan alleen maar denken dat er nog zoveel duizenden mensen buiten moeten overnachten, bang, in de kou, zonder eten en drinken, onderweg naar een beter leven. Ik kan daar geen plezier aan beleven.
Petra: Men gelooft soms niet alles wat in de media verschijnt, maar wees gerust, het is allemaal waar. Mensen worden effectief beschoten aan de grens, uitgekleed, opgesloten …

Hebben jullie nog contact met jullie familie daar? 

Ali: Ik af en toe met mijn vader.
Taw: Ik had mijn ouders, broers en zussen héél graag naar hier laten komen, maar ik heb recent ontdekt dat mijn ouders eigenlijk mijn broer en schoonzus zijn. Zij hebben mij opgevoed. Omdat ’t niet mijn echte ouders zijn, kan die gezinshereniging wettelijk gezien niet doorgaan. Daar heb ik al heel veel tranen voor gelaten.
Geert: Hij probeert nu af en toe wat centjes op te sturen naar hen, zodat ze daar een beter leven kunnen leiden. Het wordt ook steeds maar moeilijker om hier asiel aan te vragen. 
Taw: Dat begrijp ik niet. Mensen beseffen soms niet dat vluchtelingen niet voor hun plezier naar hier komen, maar uit noodzaak. Ze zijn op zoek naar een betere toekomst hier. Ik zou mijn land nooit voor mijn plezier verlaten. Niemand wil op z’n 12 jaar zijn ouders een laatste knuffel geven, vertrekken en hen nooit meer terugzien. 

 


© Visualize - www.u-visualize.com
 

Jullie zijn al enorm goed ingeburgerd hier. Wat studeren jullie? 

Taw: Ik studeer voor loodgieter. 
Ali: Ik doe een zevende jaar, specialisatie bedrijfsbeheer. Volgend jaar ga ik een bachelor boekhouden doen. Ik heb wel echt moeten vechten om te mógen studeren wat ik nu studeer, want ik werd enorm tegengehouden door de school. 
Geert: 99 % van de vluchtelingen worden richting beroeps gestuurd. Enerzijds omdat ze de taal misschien nog niet helemaal machtig zijn en anderzijds omdat men niet weet hoe ver ze staan. Dat maakt dat ze bijna verplicht zijn om een zevende jaar te doen, om dan op hetzelfde niveau te kunnen vertrekken voor een bachelor of een master. 
Ali: We kunnen vaak veel meer aan, maar we krijgen de kans gewoon niet. We worden al op voorhand in een bepaald hokje geduwd en dat is erg jammer. 
Petra: We merken ook vaak dat Geert en ik vaak sneller een deur open krijgen voor hen dan wanneer ze het zonder ons proberen. Als de jongens met hun eigen familienaam solliciteren voor een vakantiejob, wetende dat men daar volk nodig heeft, krijgen ze ofwel gewoon geen antwoord, ofwel de boodschap dat men momenteel niemand nodig heeft. Als wij dan met hen meegaan, dan gaan die deuren plots wel allemaal open. Dan zijn de mensen precies geruster of zo.  
Ali: Ik ben soms bang voor de toekomst, voor wanneer ik werk moet gaan zoeken. Ook dan kiest men waarschijnlijk voor iemand die hier is opgegroeid en een Belgische naam heeft…
Petra: Ik ging met Taw naar het vaccinatiecentrum en daar spraken ze mij aan: ’Wat is zijn naam?’ Ja, vraag het aan hem, he! Hij spreekt Nederlands, hoor.
Taw: Met een Kempisch accent (lacht).

De feestdagen staan voor de deur. Hoe vieren jullie samen kerst? 

Petra: De jongens vieren onze feestdagen - zoals kerst, Pasen, 1 november ... - mee. Toen ze bij ons kwamen wonen, wisten ze bijvoorbeeld niet wat kerst was. Ze hadden nog nooit een kerstboom gezet, het huis versierd of pakjes gekocht. We vinden het fijn om hen - en wie weet ook ooit hun kindjes - die traditie te kunnen meegeven. Wij hebben op onze beurt natuurlijk ook aandacht én respect voor hun feestdagen, cultuur en religie, en zo leren we ook heel veel bij. Zo maakte den Taw ons wijs dat hij tijdens de ramadan, na het eten, meteen moest gaan bidden en niet eerst de keuken mee kon opruimen (lacht). (richt zich tot Taw) Gij zij ne kapoen hé!
Geert: Wij geven onze cultuur door aan hen en andersom! Dat maakt ons rijk aan cultuur.

Tot slot: waarom zouden jullie anderen aanraden om aan pleegzorg te doen? 

Ali: Mag ik daarop antwoorden? Vooral om kinderen nieuwe kansen te geven, te ondersteunen in hun toekomst, hun dromen waar te kunnen maken. Als pleeggezin kan je zoveel betekenen voor iemand. Een week voor ik 18 werd, vernam ik dat ik geen asiel meer kreeg en België moest verlaten. Gelukkig woonde ik toen net bij ons mama en papa. Zonder hen zou ik niet weten waar ik was terechtgekomen. Als je me vraagt naar mijn mooiste moment: 5 juni 2021, de dag dat ik hier kwam wonen! Ik ben hen zó dankbaar. Ik zal er later ook altijd voor hen zijn en wil zo veel mogelijk voor hen zorgen, om hen te bedanken voor alles wat ze voor mij hebben gedaan. 
Taw: Er zijn mensen die, zoals onze papa zegt, zware bagage bij hebben. Hier in een warm gezin terechtkomen, geeft dan een enorm goed gevoel. Dat kan je niet beschrijven! Bij een gezin heb je zoveel meer ondersteuning en zicht op een goeie toekomst. Moest je meteen op je eigen benen staan, dan moet je aan alles zelf denken, heb je veel meer zorgen en veel minder tijd om op je toekomst te focussen.

Waren er maar meer mensen zoals jullie pleegouders.

Taw en Ali: Dat vinden wij ook!

 

wist je dat 

•  Vlaanderen telde eind 2022 7.165 pleeggezinnen en 9.176 pleegkinderen, -jongeren en -gasten. Meer dan 1.000 kinderen en jongeren wachten in Vlaanderen nog op een pleeggezin. De vraag naar nieuwe pleeggezinnen blijft dus hoog.

•  Wie zich kandidaat wil stellen, kan in eerste instantie een infosessie van Pleegzorg Vlaanderen volgen. Daar geven pleegzorgmedewerkers alle uitleg en getuigt een ervaren pleegouder. Daarna is er de mogelijkheid om vragen te stellen. Check deze website voor alle data en locaties.

•  Het thema van De Warmste Week dit jaar is ‘opgroeien zonder zorgen’. Pleegzorg Vlaanderen zamelt via De Warmste Week geld in voor een babbelbus. Ze gaan regelmatig in gesprek met pleegkinderen die het moeilijk hebben. Hiervoor hebben ze een psychotherapeutisch team dat gebruikmaakt van therapieruimtes in hun gebouwen. Maar het is niet voor iedereen eenvoudig om tot bij hen te geraken. Om de drempel voor die gesprekken te verlagen, willen ze een bus inrichten om naar de kinderen toe te gaan. Samen met de ambassadeurs van De Warmste Week sporen ze iedereen aan om een activiteit te organiseren en geld in te zamelen.