glasraam B | 3. Dymphna

haar leven

Dymphna werd geboren in de zevende eeuw, waarschijnlijk in Ierland. Zij was de dochter van een heidense koning en zijn christelijke vrouw. Haar gelovige moeder liet Dymphna in het geheim dopen door haar biechtvader Gerebernus.

Toen Dymphna nog een klein meisje was, stierft haar moeder. Haar vader was radeloos en zocht jarenlang naarstig naar een nieuwe echtgenote, die een evenbeeld van zijn vrouw moest zijn. Maar niemand kon de plaats van zijn overleden vrouw innemen... behalve zijn eigen dochter. Hij wilde zijn dochter dwingen om met hem te trouwen, maar Dymphna vluchtte met Gerebernus naar het vaste land van Europa. Ze kwamen in de Kempen terecht en vestigden zich in de bossen bij Geel. Hier leefden beiden als kluizenaars en zorgden ze voor de armen en behoeftigen.

haar dood

Dymphna's vader is hen echter achtervolgd en na enkele jaren vond hij ze terug bij Geel. Opnieuw wilde hij haar dwingen om met hem te trouwen en Gerebernus moest het huwelijk sluiten. Maar hun antwoord was duidelijk neen. Haar furieuze vader liet daarop in vlaag van razernij zijn dochter en haar biechtvader onthoofden.

haar nalatenschap

Dymphna's relieken werden overgebracht naar Geel. Omdat ze werd vermoord door een vader, die in een toestand van waanzin was door het verdriet, werd zij de patrones van de geesteszieken. Van heinde en verre kwamen bedevaarders naar Geel om op het graf van de heilige Dymphna om genezing te smeken. Voor een behandeling - of 'novene' (boetedoening) - verbleef de pelgrim negen dagen in de 'ziekenkamer', een gebouw dat tegen de kerk aanleunde. De toeloop van 'bezetene en pelgrims' was zo groot, dat iedereen zijn beurt moest afwachten. Tijdens hun wachttijd zochten ze onderdak bij de Geelse inwoners.

Deze devotie van de Geelse inwoners ligt aan de basis van de latere 'gezinsverpleging' voor psychiatrische patiënten. In Geel ontstond dus de unieke formule van opvang van geesteszieken bij particulieren.

We zien Dymphna afgebeeld in koninklijke gewaden, wat refereert naar haar afkomst. Ze staat stoer met een kruis voor zich uit, tegenover haar vader. Haar biechtvader Gerebernus ligt op de grond, al door de beul vermoord.

Links staan de dennenbomen, die de sfeer van de Kempen weergeven.

  • sdf